Inleiding

Inleiding tot dit blog


Mijn lichaam heeft een aantal onverklaarbare aandoeningen;
vandaar de vele onderzoeken, de vele medicijnen
en de vele therapeuten die de revue zijn gepasseerd.
Negentig procent van deze behandelingen en onderzoeken 
waren in mijn ogen achteraf onnodig.

Het probleem is vaak een gebrek 
aan communicatie.
Patiënten zijn niet altijd goed in staat
de klacht helder te verwoorden.
Tenminste als het gaat om gezondheidsproblemen 
zoals fibromyalgie, ME of sommige neurologische aandoeningen.
Zij worstelen jaren met de priemende onzekerheid:
ik voel me zo vaak slecht, wat heb ik toch?


Ik ben zo’n geval.   

Artritis


Ik vertrouw het niet, zei mijn nieuwe huisarts.
Kom morgen maar even bloedprikken. 
Ik wil zeker weten dat het geen artritis is.
Na een paar dagen belde ze op
Het reuma-factor bleek erg hoog. 
Verder onderzoek was nodig
in het reumacentrum Jan van Bremen.

Artritis betekent geen kans op genezing
Je afweersysteem is in de war.
Cellen die bacterieën en virussen horen op te ruimen
vallen nu het eigen lichaam aan.  
Dat zorgt voor ontstekingen met name in de gewrichten
Men noemt het een auto-immuunziekte.
In het Jan van Bremen instituut werd ik opnieuw bekeken,
geprikt, beklopt en gefotografeerd.
Conclusie: artritis.
Artritis?
Ik geloofde het niet.



Accupunctuur


Bijna alle artsen en specialisten hier in Oostenrijk 
hebben naast hun reguliere opleiding
Homeopathie, accupunctuur, neuraal therapie of psychologie 
als bijstudie gevolgd.

Toen ik weer eens bij mijn huisarts kwam 
met pijn in mijn rug vroeg ze:
“Zal ik accupunctuur bij je doen ”?
Ik zei dat ik dat leuk vond omdat dat voor het eerst was 
en dat wel eens wilde meemaken.

Even later stak ze een soort kegelvormig spijkertje 
door het kraakbeen van mijn oor.
Het was behoorlijk pijnlijk wat ze deed.
“Moet toch even” riep ze, al draaiend en drukkend.
Daarna nog een keer even hard doordrukken 
en klaar was het.
Ik verfoeide al direct deze behandeling.
Zo, zei ze, nu het andere oor!

Met twee spijkertjes door het harde gedeelte 
van mijn oorschelp reed ik naar huis.
Het brandde nogal.
Ik moest beide een week inhouden.
’s Avonds ging het steeds meer branden.
en het ene oor werd ook rood en zelfs dik.
Ik probeerde het nog een tijdje vol te houden,
maar heb ik ze er toen maar uit gehaald.
Grote opluchting.

zou dit ook helpen?

Een week later ging ik terug naar mijn arts.
“En heeft het geholpen”? zei ze.
“Nee” was mijn antwoord, 
“ik heb ze er uit gehaald,
omdat vooral mijn linker oor ging ontsteken”.
“Tja, maar als je die er zo snel weer uit haalt 
dan helpt het inderdaad niet”.
Dat was waar natuurlijk, maar ja wat doe je 
als het oor rood en dik wordt en gaat kloppen?
Het gesprek was afgelopen.

Ik vraag me dus af:
Wat beweegt een regulier opgeleid arts
mij met spijkertjes te doorboren in het kraakbeen van mijn oor?
Ik dacht zo wie zo dat dit ging met dunne naaldjes
en vrijwel pijnloos was.
Verder lijkt het toch wel iets wat niet kan helpen.
Energiebanen of meridianen zouden geactiveerd worden
maar die dingen zijn nooit waargenomen onder een scan.
Hoe weet men dan waar deze zich bevinden in het lichaam ?

Morgen kan ik een afspraak maken 
met een cranio-sacraal-therapeut.
Dat lijkt ook nogal een onbegrijpelijke therapie.
Ik doe het maar, je weet maar nooit.

Henderika

Methotrexaat


Methotrexaat

Jaarlijks laat ik een bloedonderzoek doen,
dat hier hoort bij een algemene gezondheidscontrole.
Iedere keer blijkt mijn reumafactor extreem hoog.
Artritis werd al zeventien jaar geleden bij mij geconstateerd.
Maar daar heb ik al zeker veertien jaar weinig last meer van.
Mijn huisarts blijft echter de hoge reumafactor vreemd vinden
en zei mij, 
mij toch eens opnieuw door een reumatoloog
te laten onderzoeken.

Ik stap een enorme grote wachtkamer binnen.
Het is druk.
Er staat een rij patiënten 
voor het ouderwetse loketje waar je je moet melden.
Ik had een afspraak op een zeer vroeg tijdstip,
maar had best veel later kunnen komen.


Eindelijk wordt ik geroepen door een assistente,
en moest ergens gaan zitten om bloed te prikken.
Als ik plaats neem versta ik de assistente niet direct.
Ze antwoordt ongeduldig en korzelig.
Ik zeg dat ik haar onbeleefd vind.
Ze klapt dicht en neemt nors bloed van mij af.
Daarna moet ik wéér wachten in de wachtkamer.

Eindelijk mag ik naar de spreekkamer van de reumatoloog.
Hij is er niet.
Ik zit bijna een kwartier in zijn spreekkamer om me heen te kijken,
maar dan gaat toch de deur open. 
Er verschijnt een man met mooi gekapt wit golvend haar.
Hij draagt een onberispelijk modieus pak
en ruikt sterk naar aftershave.

Ik heb het over mijn artritis van vroeger.
Midden in mijn verhaal gaat de telefoon.
Hij neemt zonder excuus op en begint te praten met de beller.
Onderwijl pakt hij mijn hand en voelt er een beetje aan
of die misschien gezwollen zou zijn.

Als het telefoongesprek afgelopen is zegt hij verder weinig,
en schrijft zwijgend een recept voor.
Dat was het dus.
Ik had zeker twee uur op hem gewacht.
Maar de sessie duurde niet langer dan zeven minuten.
Inclusief telefoongesprek.

Thuis keek ik wat hij mij eigenlijk had voorgeschreven,
maar ik kon het niet goed lezen.
Bij de apotheek bleek het om wierook te gaan.
Wierook? 
‘Ja, dat is tegen ontstekingen en pijn’, zei de apothekers-assistente.


Ik vond het best grappig om wierook te gaan slikken 
maar pijn en ontstekingen had ik niet.
Bovendien kostte een doosje met wierookpilletjes vijfentwintig euro.
De verzekering vergoedde dat niet.
Ik weigerde het middel.

Wierook komt van de Boswellia boom.
In de stam van deze boom zit hars 
dat vroeger voor zeer veel geneeskundige doeleinden werd gebruikt.
Tegenwoordig wordt het middel beschouwd als kwakzalverij.

Een week later ging ik naar mijn huisarts
en vertelde lachend over de wierook.
Maar mijn huisarts lachte niet helemaal mee,
want er kwam net een email binnen 
van de reumatoloog met het verzoek, 
om mij direct het middel methotrexaat voor te schrijven
want hij had zojuist de uitslag van het bloedonderzoek gezien.

Mijn arts legde mij braaf uit dat dit middel 
wel enige bijwerkingen had en dat ik daarom 
om de zoveel tijd mijn leverwaarden moest laten nakijken.
Ook bijwerkingen als pijnlijke zweren in de mond,
nierfalen of andere huidafwijkingen 
zouden zelfs voorkomen bij lage doseringen.
Het wordt in hogere dosis gegeven aan kankerpatiënten,
maar het zou dus ook werkzaam zijn tegen reumatoïde artritis.
Het onderdrukt het overactieve afweersysteem
wat zo kenmerkend is voor een auto-immuunziekte.

‘ik wil geen methotrexaat tegen artritis 
als ik daar geen last meer van heb’ zei ik.
Mijn arts kent mij goed en glimlacht.
Ik zag dat hij het met mij eens was.

Zomaar methotrexaat voorschrijven,
zonder enig persoonlijk onderzoek 
vind ik onverantwoordelijk!

Henderika.







Fosamax

Fosamax is een bekend middel tegen osteoporose.
Het is een merknaam voor een bisfosfonaat.
Men neemt aan dat bisfosfonaten bot kunnen aanmaken
dat is verdwenen door slijtage of een andere oorzaak.

Er werd bij mij ooit artritis vastgesteld door een reumatoloog in Leeuwarden.
Zij wilde direct beginnen met Salazopyrine. 
Dat is een vrij oud middel tegen o.a. gewrichtsontstekingen, zoals bij artritis.
Men zou pas na een paar maanden slikken verbetering merken.

Op zich vond ik zoiets al bijzonder demoraliserend.
Bovendien bleek uit een onderzoek 
dat ik nog helemaal geen ontstekingen had.
Wel pijn aan handen en voeten en een flink verhoogd reumafactor.
Het idee was en is nog steeds, 
dat men niet vroeg genoeg kan beginnen 
met dit soort middelen.
Men denkt op die manier de artritis 
de kop in te kunnen drukken.

Daarbij leek het haar goed om naast de Salazopyrine 
Fosamax te gaan slikken tegen osteoporose.
Want artritis tast natuurlijk vooral het bot aan.
Dat ik al aan osteoporose zou lijden 
was te zien op een paar foto’s,
die waren gemaakt van mijn schouders, handen en voeten.
Ik zag inderdaad een hapje uit het bot van mijn kleine teen,
alsof daar een muisje aan had geknabbeld.
Ook de kop van mijn linkerarm
had meer de vorm van een aardappel dan een ronde vorm.
Van beide had ik overigens geen last.

Thuis las ik de bijsluiter van het middel Fosamax
dat ik voor onbepaalde tijd moest slikken.
Daarop was veel te lezen.
Zo las ik dat je er aandoeningen van kon krijgen
die behoorlijk ernstig leken.
Met name ontstekingen in de slokdarm.

Ik ging te rade bij mijn vader, 
die toen nog leefde en apotheker was.
Hij schudde meteen zijn hoofd.
‘Niet doen’,  zei hij.
‘Het is erg slecht voor je slokdarm.'
Okee, dat was dus duidelijk.
Maar ja, die aardappel-schouder en die kleine teen?
En, vroeg ik me af, hàd ik eigenlijk wel osteoporose? 
Want er was geen botscan gemaakt.
Wel een röntgenfoto.
Ik besloot voorlopig maar even niets te doen.

Tien jaar later verhuisde ik naar Oostenrijk.
Daar werd wel een botscan gemaakt.
De aanleiding daartoe ben ik vergeten.
Wat bleek? Niets aan de hand.
Geen osteoporose.
Wel viel het woordje osteopenie.
Dat lijkt op osteoporose, maar dat is het nog net niet.
Direct werden mij dringend 
maandelijkse injecties aangeraden.
‘Wat zit er in zo’n injectie’, vroeg ik mijn huisarts.
En jawel……een bisfosfonaat.
Hetzelfde dus als vroeger, maar nu in een modern jasje
en zogenaamd minder belastend.

‘Ha, weer een bisfosfonaat?' vroeg ik.
‘Nee, dat wil ik beslist niet.'
En ik legde haar uit waarom niet.


want later kwam dit in het nieuws....kaakbotnecrose.

Gynaecoloog


Mijn gynaecoloog

Eindelijk heb ik een gynaecoloog waar ik blij mee ben: 
een vrouwelijke.
Ze is respectvol en lijkt solidair met haar patiënten.
In haar wachtkamer staan een paar gemakkelijke fauteuils,
een automaat met bronwater 
en een tafeltje met een paar mooie en recente tijdschriften.
De radio staat meestal zacht aan.
Ze komt je persoonlijk ophalen uit de wachtkamer 

Nu rijzen er diverse vragen bij mij over mannelijke gynaecologen.
ten eerste :
Wat bezielt een man om zich te gaan specialiseren 
in het vrouwelijke geslachtsorgaan?
Het lijkt mij nogal bizar om tijdens je studietijd 
en verder je hele leven daar op in te zoomen.

Inwendig gynaecologisch onderzoek uitgevoerd door een man
vind ik absurd en middeleeuws.


Hoe gaat hij daar eigenlijk mee om?
Hoe verenigt hij als gynaecoloog het dagelijks kijken in diverse vagina’s 
met de vagina van zijn vrouw bijvoorbeeld?
Kan hij privé en werk in dit opzicht wel goed scheiden?

Volgende vraag die bij mij opkomt:
Hoe heeft hij dergelijk onderzoek geoefend?
Doen studenten dat bij elkaar?
Is dat geen probleem ?
Of gaat dit gepaard met veel gelach en gegiechel?

Vrouwen die vaginaal onderzocht moeten worden
hoef ik niets te vertellen.
De meesten vinden het verschrikkelijk.
Ze houden zich flink en zeggen: 
Ik sluit op zo’n moment m’n gevoel af.
Dat is inderdaad de enige manier.
Als zo’n onderzoek gedaan wordt door een vrouwelijke gynaecoloog
dan is dit geestelijk minder belastend, vind ik.

Daarom:
Gynaecologie zou verboden moeten worden voor mannen.
Het komt niet zelden voor dat mannelijke gynaecologen 
patiënten seksueel misbruiken.
Dat staat regelmatig te lezen in kranten.
Bovendien heb ik dit zelf meegemaakt.

Natuurlijk geldt ongeveer hetzelfde voor vrouwelijke urologen.
Wat waren haar drijfveren om dit vak te gaan studeren? 
Ook voor mannen lijkt het me nogal genant 
onderzocht te worden door vrouwelijke urologen.
Volgens mij ben je toch liever onder ‘ons’.

Het wachten is op een wat minder schaamtevol onderzoek.
Eentje die meer bij deze tijd past.

Henderika


Zerpex

Zerpex 

‘Laat maar even zien’, zei mijn huisarts.
Ik doe mijn t-shirt omhoog.
Ze kijkt een paar seconden naar mijn rug
en ook heel even naar mijn buik,
loopt dan naar haar computer, tikt wat in,
en zegt:
“Ik geef je een recept voor een cortison-zalfje.”
Daarna staan we op en ze geeft me een hand.
Ik stap in de auto op weg naar de apotheek.
Maar dan bedenk ik me. 
ga i.p.v. rechtdoor, rechts af naar huis.
Het zalfje haal ik niet op.
Onzin, die puistjes gaan vanzelf ook wel weg.
Ik wilde alleen weten wat ik had.
Gek genoeg ben ik dat vergeten te vragen.
Zij heeft het me ook niet verteld.
Dus het zal niet ernstig zijn.

Drie weken later…

Ik heb pijn op een bepaalde plek boven in mijn rug.
Een irritant soort zenuwpijn.
De puistjes van drie weken terug zitten er nog.
Ook op de pijnplek.
Ik ga terug naar mijn huisarts.
Ze kijkt er naar.
“Je hebt gordelroos”, zegt ze.
Ik geef je twee recepten.
Een antiviraal middel en Tramadol tegen de pijn.
Ik ben geschokt.



Ooit had ik een vrij ernstige vorm van gordelroos,
met daarna nog drie maanden post-herpetische zenuwpijn. 

Somber door dit vooruitzicht stap ik weer in mijn auto. 
Dit keer ga ik wel naar de apotheek.
Thuis slik ik meteen de eerste pil tegen het virus.

De volgende morgen kijk ik nog eens.
De puistjes zitten eigenlijk overal.
Niet alleen op de plek waar het pijn doet.
Ik zie ook niet de bekende blaasjes,
die bij gordelroos altijd in groepjes voorkomen.
Ik twijfel aan de diagnose 
en ga diezelfde dag nog naar de huidarts 
voor een second opinion.

Weer gaat mijn t-shirt omhoog.
Hij kijkt en zegt:
‘U heeft gelijk, het is geen gordelroos,
en de pijn komt vanuit uw wervelkolom’.
Ik ben blij maar ook verwonderd.
Dus gelukkig geen gordelroos.
Verwonderd omdat hij kennelijk direct weet
dat er iets is met mijn wervelkolom.

‘Ik geef u een cortison zalfje tegen de puistjes 
en iets tegen de jeuk’.
Weer dus dat cortison-zalfje.
“Ik heb geen jeuk hoor”, zeg ik.
“Okee, dan alleen voor de puistjes.”
‘Wat zijn het eigenlijk voor puistjes”? vraag ik 
Hij zegt: ‘Heeft u een tuin’?
“ja”.
“werkt u daar veel in”?
“ja”.
“waarschijnlijk zijn het beestjes uit uw tuin”.

Het Beerdiertje
ik denk even dat hij een grapje maakt,
want ja, gaan die dan door mijn trui heen,
dacht ik in een flits.
Maar ik vraag iets anders.
“Waarom zei mijn huisarts dan dat ik gordelroos zou hebben?’
“Is moeilijk te zien”, was het diplomatieke antwoord.

Eenmaal thuis lees ik dat gordelroos door een huisarts 
makkelijk te herkennen is. 
Over ‘beestjes’ in de tuin die door mijn trui heen lopen
denk ik verder maar niet na.

Geen van de medicijnen heb ik genomen.
Geen Tramadol, geen Zerpex, geen cortison-zalfjes.
Zerpex is een antivirusmiddel tegen gordelroos.
Het schijnt nauwelijks iets te doen tegen dat virus.
Ook niet als je het binnen drie dagen inneemt
na de eerste verschijnselen van de ziekte.
Op Tramadol reageer ik allergisch 
was mijn herinnering van een andere keer.
Het cortison-zalfje moest ik per pukkeltje aantippen.
Maar ik had er minstens honderd.
Dus dat deed ik ook maar niet.

Mijn huisarts vind ik heel aardig.
Ik kan goed met haar opschieten.
Maar ze heeft het altijd erg druk.
De wachtkamer zit dagelijks vol.
Recepten uitschrijven gaat sneller dan vragen stellen.
Deze manier van doen is natuurlijk heel discutabel.
Het kan zijn dat ze door haar patiënten aardig gevonden wil worden.
Veel mensen zijn blij met een recept, een tovermiddel dus.
Of ze ontvangt geld van de Pharma industrie.
Of ze handelt overspannen door haar tijdgebrek.

Alledrie zijn natuurlijk geen excuus.
Vandaar dat ik een tweede huisarts er bij heb genomen.
Gewoon voor de zekerheid.
Een privé-arts.
Een gedeelte betaalt de verzekering en 
een gedeelte betaal ik zelf.
Dat kan nog in dit land (Oostenrijk).
Een scheiding tussen privé-artsen
en zoals vroeger in Nederland ziekenfonds-artsen
is hier nog normaal.

Een week later was de pijn weg.
Dingen als veel warmte op de plek,
warme baden en paracetamol hielpen een beetje.
Nog een week later verdwenen de puistjes ook langzaam.

Henderika







Gabapentine (Neurotin)


Na mijn zuchtende neuroloog 
kwam ik, ook weer via via, 
bij een wat stille neuroloog.
Een man van weinig woorden
die vriendelijk uit zijn ogen keek.

‘Kom even staan’ zei hij.
Ik moest een beetje gokken om het te kunnen verstaan,
want het leek meer op wat gemompel dan normaal praten.
De bedoeling was dat ik met uitgestrekte armen 
tegenwicht ging maken terwijl hij daar op drukte,
zowel boven als aan de onderkant,
alsof ik een vogel was die niet mocht vliegen.
Daarna keek hij met een fel lampje in mijn ogen
en moest ik van links naar rechts kijken.
‘Kunt u ook even op een been staan?’ vroeg hij nog.
ja hoor, dat was geen probleem.
Kijk maar...



Toen was het onderzoek klaar.
Alles in rap tempo. 
Bij elkaar niet meer dan een minuut.
Mijn reacties op dit alles bleken in orde.
Toch werd ik doorgestuurd voor een mri scan
om het zenuwstelsel in de rug eens nader te bekijken.

Ook deze neuroloog vond het niet nodig vragen te stellen.
Bovendien elke patiënt heeft maar 10 minuten.
Ik merkte duidelijk dat mijn tijd om was.
Er werd vriendelijk handen geschud
en ik was weldra weer buiten.

Neuraaltherapie


Je kan niet veel doen aan zenuwpijn.

Het ontstaat door een beknelde zenuw of zenuwbeschadiging.
De meeste pijnstillers helpen niet.
Antidepressiva wil ik niet vanwege
het gevaar voor verslaving en andere bijwerkingen.
Ook middelen zoals Gabapentine ( een anti-epileptica) wil ik niet,
omdat is gebleken dat deze niet werkzaam is tegen pijn.

Deze keer maar eens naar een neuroloog

die mijn buurvrouw mij sterk aanraadde.
Dus daar ging ik weer voor de zoveelste keer.
Na lang zoeken, ondanks mijn Tom Tom,
bleek het een wat verwaarloosd gebouw te zijn 
midden in de stad Lienz.
Een pijl op de muur gaf aan dat ik de hoek om moest.
Daarna een paar trappen omhoog en ja, daar was het.
De wachtkamer was redelijk vol. 
Toen was ik aan de beurt.
Ik liep als een hondje achter hem aan,
de spreekkamer binnen.
Met een diepe zucht ging hij achter zijn bureau zitten.
Direct kreeg ik een bezwaard gevoel over mijn aanwezigheid,
en wilde de rollen omdraaien en vragen: 
‘Wat kan ik voor u doen?’
Ik deed toch maar meteen mijn pijnverhaal 
en gaf hem een recente röntgenfoto
van het bovenste gedeelte van mijn rug en nekwervels: 
het aangedane gebied.
In eerste instantie hield hij de foto ondersteboven tegen het licht.
Dat kan gebeuren natuurlijk.